Treinramp Harmelen 1962

Machinist remt te laat
Op 8 januari 1962 veroorzaakt een frontale botsing tussen de stoptrein van Rotterdam naar Amsterdam en de sneltrein van Leeuwarden naar Rotterdam de grootste treinramp in de geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen. Plaats des onheils is het punt waarop de spoorlijn Breukelen-Woerden aansluit op die van Utrecht naar Gouda, vlakbij het Utrechtse dorpje Harmelen. De machinist van de sneltrein merkt een geel waarschuwingslicht niet op, waarschijnlijk vanwege de dichte mist die er die dag hangt. Als hij het rode sein ziet, is het te laat om nog volledig af te remmen. Een frontale botsing volgt, waarbij 93 passagiers omkomen en 52 gewond raken.

Nederland is geschokt. Het nieuws beheerst de dagbladen, radio en televisie. Het ongeluk wordt aangemerkt als nationale ramp. Vrijdag 12 januari 1962 wordt als een dag van nationale rouw afgekondigd en de Hilversumse radiozenders brengen die dagen alleen ernstige muziek en aangepaste programma’s ten gehore.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat ontvangt vrijwel direct veel blijken van medeleven. Maar ook veel brieven van mensen, meestal ingenieurs, die technische oplossingen aandragen om herhaling van een dergelijke ramp te voorkomen. De reacties komen uit binnen- en buitenland.
‘Opdat U zo snel mogelijk van dit ontwerp kennis zou kunnen nemen, heb ik gemeend het aan Uw huisadres te moeten bezorgen’, schrijft J.A. de Lint jr. op 18 januari. ‘Aangezien ik een H.B.S.-scholier ben en dus weinig bedreven in het schrijven van ambtelijke brieven, hoop ik dat U mijn niet-ambtelijke stijl wilt verontschuldigen.’ Deze scholier heeft een beveiligingssysteem bedacht ‘werkend op het licht van het onveilig signaal, zonder mechanisch kontakt met de trein, buiten bereik van de machinist en weinig kostbaar uit te voeren’. Ter illustratie voegt hij een schets van zijn idee bij de brief.

Versnelde invoering van Automatische Treinbeïnvloeding (ATB)
Het archief van het ministerie van Verkeer & Waterstaat zit vol technische tekeningen en verhandelingen van particulieren voor betere beveiligingssystemen. Hoewel op geen van de ingezonden suggesties concreet wordt ingegaan, brengt de ramp bij Harmelen de landelijke invoering van een systeem van automatische treinbeïnvloeding (ATB) in een versnelling.
De Nederlandse Spoorwegen en de Dienst van het Seinwezen zijn al bezig met plannen om de veiligheid op het spoor te vergroten. De botsing van 1962 zorgt ervoor dat daarmee haast wordt gemaakt. Bij ATB wordt de snelheid van een trein automatisch – dus zonder menselijke tussenkomst – beïnvloed. Als de machinist een geel of een rood sein negeert, corrigeert het systeem hem. Hoewel iedere betrokkene ervan overtuigd is dat één menselijke fout nooit meer zoveel slachtoffers mag veroorzaken, duurt het tot het midden van de jaren tachtig voor het hele spoorwegnet is voorzien van ATB.

Monument voor de slachtoffers
Een van de briefschrijvers, een ‘collectriese’ van het Rode Kruis in Heerenveen, oppert op 9 januari geld in te zamelen voor een monument met de namen van alle slachtoffers. Het ministerie lijkt geen raad te weten met het idee. De beantwoording verloopt dan ook traag. De Nederlandse Spoorwegen hebben al te kennen gegeven geen actie voor een monument te ondernemen. De minister antwoordt pas op 4 juli en houdt zich erg op de vlakte: het ligt niet op de weg van de regering om een monument op te richten.

50 Jaar na de ramp, in 2012, wordt er in Harmelen een monument geplaatst ter herdenking van de slachtoffers van de treinramp.

foto’s: Nationaal Archief/Anefo
krant: Algemeen Dagblad 9 januari 1962
film met beelden uit 1962 en 2022 van het Spoorwegmuseum: link.

Advertentie