Uit het Verdrag van Versailles

Op 28 juni 1919 werd het Verdrag van Versailles afgekondigd waarmee de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog vredesbepalingen oplegden aan Duitsland:

Artikel 42. Het is Duitsland verboden op de linkeroever van de Rijn en op de rechteroever binnen 50km vestigingen te behouden of aan te leggen. 

Artikel 160.  De gezamenlijke sterkte van het leger van Duitsland mag niet meer als 100.000 man bedragen. Het leger dient alleen voor het behoud van de orde binnen het Duitse gebied en als grenspolitie. 

Artikel 231. De geallieerde en geassocieerde regeringen verklaren, en Duitsland erkent dit, dat Duitsland en zijn bondgenoten verantwoordelijk zijn voor alle verlies en schade die de geallieerde en geassocieerde regeringen en hun staatsonderdanen gelegen hebben ten gevolge van de oorlog die hen door de aanval van Duitsland en zijn bondgenoten was opgedrongen. 

Artikel 235. Om de geallieerde en geassocieerde landen de wederoprichting van hun economische uitrusting mogelijk te maken nog vóór het definitieve bedrag van hun aanspraken is bepaald, betaalt Duitsland in afrekening op de hele schuld gedurende de jaren 1919, 1920 en de eerste vier maanden van 1921 in vergoedingen en waarden, die een bedrag van 20 miljard goudmark vertegenwoordigen. 

Advertentie