De Atheense filosoof Xenophon leefde in de vierde eeuw voor Christus. Hij schreef de Hiëro, een fictieve (=bedachte) dialoog tussen de dictator Hiëro en de dichter Simonides:
Ik zal je nog iets vertellen, Simonides, een andere vervelende ervaring van dictators. Zij hebben niet minder oog dan gewone burgers voor mensen die dapper, verstandig of rechtvaardig zijn. Maar in plaats van bewondering voelen zij vrees voor hen. Voor de dapperen omdat die misschien iets ondernemen terwille van de vrijheid, voor de verstandigen omdat die misschien een plan bedenken en voor de rechtvaardigen omdat het volk hen misschien als leiders wil. Maar als zij vanwege hun angst dat soort mensen uit de weg ruimen, wie houden ze dan over? Criminelen, lapzwansen en makke schapen! Criminelen krijgen dan hun vertrouwen, omdat zij evenals de dictators zelf vrezen dat de stad ooit haar vrijheid verovert en hen overmeestert; lapzwansen omdat zij zich voor het moment kunnen uitleven, en makke schapen omdat die zelf niet eens vrij willen zijn. Het lijkt mij een heel vervelende ervaring: wel beseffen dat er goede mensen bestaan, maar gedwongen zijn je te bedienen van anderen.