Julia Voznesenskaja beschrijft in haar roman Vrouwendecamerone uit 1985 hoe tien vrouwen uit alle lagen van de bevolking op de kraamafdeling van een Russisch ziekenhuis elkaar tien dagen lang verhalen vertellen. Een fragment uit dit boek, waarin drie van de vrouwen aan het woord komen
Irisjka:
“Ik begrijp niet waarom we uitsluitend onmogelijke dingen uit het Westen importeren. (…) Importeren doen we alleen machines, machines en nog eens machines, en exporteren doen we hele dennenbossen. Nou ja, en dan nog wat kaviaar en dat soort delicatessen. Maar niemand komt op het idee eens wat cosmetica voor ons aan te schaffen. Terwijl wij toch ook wel eens mooi willen zijn. Kunnen jullie je nog herinneren dat er drie jaar geleden in Leningrad en Moskou nergens lippenstift te koop was? Daar is nog over geschreven in de kranten destijds. Een van de twee fabrieken was gesloten, zeiden ze, en de andere kon niet aan de vraag voldoen. Alsof het Westen te beroerd is om ons lippenstift te verkopen! Ze hebben er daar bergen van, kilometers muur kun je ermee volschrijven.”
Valentina:
“Technische dingen en vooral elektronische spullen zijn voor ons belangrijker dan lippenstift. Daarmee versterken we onze defensie. Een mens kan best leven zonder lippenstift, het belangrijkste is dat er geen oorlog meer komt. Het is aan de verstandige en wijze politiek van onze regering te danken dat Amerika of West-Duitsland ons niet al lang hebben aangevallen, dat weten jullie toch wel? In 1968 had het maar weinig gescheeld of de Westduitsers waren Tsjechoslowakije binnengevallen. Een verzwakking van onze defensie zal voor hen ogenblikkelijk aanleiding zijn ons aan te vallen.”
Galina:
“O, meisjes toch, hou toch op met dat waanzinnige geklets! Of moet ik soms een paar pamfletten schrijven om hier op de zaal uit te delen? Jullie dazen!”
Reacties op Galina van de anderen:
“Ja natuurlijk denk jij er anders over, Galina. Jij luistert naar de stemmen van de vijand.”
“Iedereen om ons heen heeft het op ons gemunt. En van dat standpunt ben ik niet af te brengen, Galina, al kom je met nog zoveel verhalen over democratie. Ik ben bereid alles te verdragen als er maar geen oorlog komt. Maar één buitenlands ding zou ik wel willen hebben: vochtbestendige luierbroekjes. Ik begrijp er niets van, ze hebben alles daar in het Westen, wat hebben ze eraan om ons aan te vallen…”