In 1885 wordt de Gesellschaft für Deutsche Kolonisation (Vereniging voor Duitse Kolonisatie) opgericht. Doel van deze vereniging is het stimuleren en subsidiëren van Duitse kolonisatieprojecten. Een fragment uit het oprichtingsmanifest:
De Duitse natie is met lege handen achtergebleven bij de verdeling van de wereld zoals die heeft plaatsgevonden vanaf het begin van de vijftiende eeuw tot nu. Al de andere beschaafde landen van Europa hebben handelsposten buiten ons continent waar hun taal en gebruiken wortel kunnen schieten en bloeien. (…) In dit, voor de nationale trots zo pijnlijk feit, ligt een ongehoord economisch nadeel voor ons volk. Jarenlang gaat de kracht van ongeveer 200.000 Duitsers uit ons vaderland verloren! Deze kracht stroomt meestal meteen in het kamp van onze economische vijanden en vergroot de sterkte van onze tegenstanders. De Duitse import van tropische producten gaat via buitenlandse ondernemingen waardoor jaarlijks vele miljoenen Duits kapitaal aan vreemde naties verloren gaat! De Duitse export is afhankelijk van de willekeur van de douanepolitiek van andere landen. Onze industrie mist een in alle omstandigheden zekere afzetmarkt omdat ons volk geen eigen kolonies heeft. (…) Elke Duitser, wiens hart voor de grootsheid en de eer van onze natie klopt, wordt opgeroepen lid te worden van onze vereniging. Het is belangrijk om de nalatigheid van honderden jaren goed te maken; de wereld te bewijzen dat het Duitse volk niet alleen de oude keizerlijke glorie heeft overgeleverd, maar ook de oude Duits-nationale geest.