In 1579 onderhandelen in Keulen afgevaardigden van de Unie van Utrecht en vertegenwoordigers van Filips II over vrede. Op 28 september 1579 antwoordt de secretaris van Willem van Oranje op vragen van vertegenwoordigers van de gewesten uit de Unie van Utrecht:
Zijne Excellentie (Willem van Oranje) antwoordt dat, tenzij de afgevaardigden van de koning vrede aanbieden onder voorwaarden die gunstig zijn voor het vaderland en de religie, (…) de gewesten er goed aan doen een vorst als beschermer te kiezen. Alles in overweging nemende, denkt zijne Excellentie dat in zo’n geval er geen heerser of vorst kan worden gevonden wiens gezag en middelen meer kunnen betekenen dan die van de Engelse koningin of de hertog van Anjou1.
noot 1 De hertog van Anjou is een broer van de koning van Frankrijk.