In 1930 werd bij graafwerkzaamheden bij een huis in Simpelveld (Limburg) een Romeinse sarcofaag (in dit geval een kist voor crematieresten) aangetroffen uit de periode 200-250:
In december 1965 presenteert minister Den Uyl van Economische Zaken een document aan de Tweede Kamer over de status en toekomst van de Limburgse mijnen: de Eerste Mijnnota.
De ‘steen van Linne’ werd in 1997 in de Roerstreek ontdekt op een vindplaats uit het laatpaleolithicum. Gelegen op een verhoging in de oude dalvlakte van de rivier de Roer bood deze plek een ideale kampplaats voor de jagers en verzamelaars van de zogenaamde Federmessercultuur.
De hier afgebeelde ‘vogelfibula’ heeft een oogje van ‘almandijn’, een doorzichtige rode halfedelsteen. Deze vogelfibula werd gevonden in Gennep, waar in 1990 een Frankische nederzetting uit de vijfde eeuw werd opgegraven.
De vuistbijl was het multifunctionele werktuig van de oude Steentijd. Hij was geschikt voor het kappen van bomen, slachten van dieren en schrapen van huiden. Het is een van de oudste door mens vervaardigde werktuigen gevonden in Nederland.
Dit is een onversierde pot van de zogenaamde bandkeramiek. Dit exemplaar met vele knobbeloortjes is gevonden in een bandkeramische nederzetting. Dit soort potjes zijn ook gevonden in grafvelden van de eerste boeren in Nederland.