Foto van een votiefsteen (een offersteen die uit dankbaarheid aan een god of godin is beloofd), uit de periode 170-270, gevonden bij Colijnsplaat in Zeeland:
In 1930 werd bij graafwerkzaamheden bij een huis in Simpelveld (Limburg) een Romeinse sarcofaag (in dit geval een kist voor crematieresten) aangetroffen uit de periode 200-250:
Egyptische mummiekisten zijn vaak beschilderd met teksten en afbeeldingen uit het zogenaamde Dodenboek, een verzameling toverspreuken voor gebruik in het hiernamaals. Hier is afgebeeld een van de horizontale scènes aan de voorkant van de buitenkist van Petisis, een beambte werkzaam aan de Amontempel van karnak.
Dit reliëf laat Asclepius, de god van de genezing, met zijn dochter Hygieia zien. Asclepius legt zijn hand op de kop van een slang, het dier dat hem verbindt met aardse krachten. Hygieia maakt voorbereidingen voor een plengoffer.
Dit bijna één meter lange ijzeren zwaard is afkomstig uit Lith en dateert uit de tweede helft van de 10de eeuw. Het zwaard is volgens een zeer speciale techniek vervaardigd: namelijk het damasceren.
De vondst van een bronzen voorwerp is zeldzaam in Nederland. Dat komt omdat brons kostbaar was en voorwerpen vaak werden omgesmolten of als offer werden gebruikt. Offers bracht men vaak op natte plaatsen, zoals venen, plassen en rivieren. Dit is een zogenaamde kokerbijl.
Deze Griekse papyrus is gevonden in een archief in Sakkara en bevat een historische vertelling over de laatste inheemse farao van Egypte, Nektanebo II (360-343 v. Chr.). Het literaire verhaal vertelt over een droom van deze koning, enkele dagen voorafgaand aan de Perzische inval die een einde maakte aan zijn bewind.
Rond 1820 werd in Sakkara een archief van zo’n honderd boekrollen teruggevonden. Deze papyri zijn tegenwoordig verspreid over een groot aantal musea. Het RMO bevat naast een historische vertelling over Nektanebo II ook een schrijfoefening uit dit archief.