Beschrijving van Bigarré

Auguste Julien Bigarré, de Franse gouverneur in de Spaanse stad Aranjuez, beschrijft de strijd tegen de Spaanse leiders Morales en Hernández, bijgenaamd El Abuelo, de “grootvader”, in de zomer van 1811.

Op een ontzettend hete dag werden onze schildwachten bij de Ocañapoort verrast. De twee boevenleiders reden in galop te paard door de hoofdstraat naar het grote plein onder het schreeuwen van: “Lang leve koning Ferdinand VIII” (de door Napoleon afgezette koning van Spanje). Zij werden gevolgd door vijfhonderd van hun mannen. Nadat ik door een schildwacht was gewaarschuwd, sprong ik op mijn paard en reed zo onstuimig op hen in, dat zij op de vlucht sloegen en zij zich buiten de stad verspreidden. Ik zag dat El Abuelo vlak voor me reed en zette de achtervolging in, op de voet gevolgd door mijn adjudant en twintig ruiters. Met mijn paard in volle vaart stond ik plotseling voor een kanaal van zes meter breed. Ik probeerde er overheen te springen, maar mijn paard haalde het niet en ik belandde middenin het kanaal, samen met mijn adjudant en vier ruiters. (…)
Op 6 juni hoorde ik dat El Abuelo en zijn strijders de nacht zouden doorbrengen in Uclés. ’s Avonds werden vierhonderd soldaten en vijfentwintig ruiters verzameld bij de stad. Toen zij de stad binnenvielen was er geen verzet. Ze vertelden me in welk huis El Abuelo verbleef en ik liet het omsingelen. Er werd op ons geschoten, maar onze infanteristen hadden de deuren al geforceerd. Zij stormden naar binnen en doodden vier Spanjaarden. El Abuelo, die met zijn vrouw in bed lag, wist zichzelf echter in veiligheid te brengen door in zijn nachthemd uit een zolderraampje te klimmen en in de tuin te springen. Er werden meer dan twintig schoten op hem afgevuurd, maar toch wist hij weg te komen in het open veld.

Advertentie