Bonifatius (ca 675-754) aartsbisschop van Mainz, trekt in 754 naar Friesland om de Friezen te bekeren tot het christendom. Hij spreekt met een groep eerder bekeerde Friezen af aan de oever van het riviertje de Boorne in de buurt van Dokkum.
Toen de vastgestelde dag echter aanbrak, kwamen er in plaats van vrienden vijanden terug en nieuwe beulsknechten in plaats van nieuwe gelovigen. Zodra hij het aanstormen van de tierende massa merkt, verzamelt de man Gods (Bonifatius) meteen zijn geestelijken om zich heen, neemt de relikwieën (overblijfselen) van de heiligen, stapt uit zijn tent en verbiedt de wapenknechten ogenblikkelijk verder te vechten, met de woorden: ”Hou op mannen, want de Heilige Schrift leert ons niet kwaad met kwaad te vergelden, maar kwaad met goed (…)”. Terwijl hij met dergelijke woorden zijn vrienden aanspoorde tot de martelaarskroon, stortte de hele woedende menigte heidenen zich met zwaarden en volle wapenrusting over hen heen en hakte hun lichamen neer in heilbrengende moord.