In 1953 wordt Nederland getroffen door een watersnoodramp. De Verenigde Staten bieden hulp aan. In het communistische dagblad De Waarheid van 7 februari 1953 staat hierover in een artikel:
“Amerikaanse hulp is het enige wat ons redden kan”, zegt de Nederlandse regering. Amerikaanse rijkscommissarissen1 in diplomatenpak en Amerikaanse generaals vliegen over de noodgebieden en krijgen nauwkeurige inlichtingen die voor het eigen volk en de eigen volksvertegenwoordigers achtergehouden worden. (…)
De regering verklaarde de slachtoffers als oorlogsslachtoffers te willen beschouwen. Maar van welke oorlog? Van de oorlog die Eisenhower en Drees2 voorbereiden! Het geld en de kracht die voor het onderhoud en vernieuwing der dijken hadden moeten worden besteed, werden bestemd om Amerikaanse wapens te kopen. Helikopters en amfibievoertuigen waren daar niet bij, want het gaat immers om de aanval over het land tegen het Oosten!
noot 1 Rijkscommissaris is de titel van de hoogste Duitse bestuurder tijdens de Duitse bezetting van Nederland.
noot 2 Eisenhower is de Amerikaanse president en Drees is de Nederlandse premier op dat moment.