Intocht van Willem van Oranje in Antwerpen

In zijn functie als burggraaf van Antwerpen is Willem van Oranje verantwoordelijk voor de rust en veiligheid in die stad. Jacob van Wesembeke, de stadsadvocaat van Antwerpen, beschrijft de intocht van de prins op 13 juli 1566:

Ondertussen werden de [calvinistische] preken en bijeenkomsten, die men met wapens bewaakte steeds groter. Dat gold ook voor het wantrouwen en de vrees die het volk koesterde tegenover het hof en het stadsbestuur, zodat de stad er armzalig bij stond: velen waren vertrokken, en veel vooraanstaande burgers en kooplieden werden verbannen. Iedereen verlangde naar en riep om de prins [van Oranje]. Iedereen wenste hem hier en hoopte dat hij de toestand zou verbeteren. Hun genegenheid hebben zij ook getoond op 13 juli, toen de prins, in opdracht van de landvoogdes, naar Antwerpen kwam. Van het huis waar hij zou logeren tot meer dan een halve mijl buiten de stad waren
de wegen bezet met vele duizenden, ja wel meer dan dertigduizend mensen.

Men kon er nauwelijks doorkomen vanwege de menigte. Veel burgers en andere inwoners kwamen de prins te paard tegemoet gereden, en
begeleidden hem daarna. Dat deed ook de heer van Brederode, met een groot aantal van de bondgenoten1, die zich op dat ogenblik daar bevonden. (…) Onderweg, en met name buiten de stad, werd er bij het passeren van de prins soms “Vive les Gueux”2 geroepen. De prins berispte de roepers vele keren, zowel met woorden als met gebaren.

noot 1 Edelen die eerder een verzoek om matiging van de kettervervolgingen hadden aangeboden aan de landvoogdes, een van hun leiders is Hendrik van Brederode.
noot 2 “Leve de Geuzen”

Advertentie