Virtual reality in het klaslokaal

Ondanks de groei van Virtual Reality in de afgelopen periode, is het medium in de klas nog onontgonnen gebied. Zonde, want dit middel kan een nuttige digitale leercontext bieden voor docenten.

‘Green light flashes on the control tower. That’s the sign. It’s our turn to go now. We’re fourth to go and the whole of our four engines are giving out a full roar as we start to slowly gather speed down the mile and a halve long runway. […] There we go, we’re clear! We’re airborne and on our way to join the stream of bombers, making towards Berlin.’

Deze woorden sprak BBC reporter Wynford Vaughan-Thomas in 1943 aan boord van een Lancaster-bommenwerper op weg naar Berlijn. Gedurende deze vlucht beschrijft Vaughan-Thomas wat hij zag en voelde, van de zoeklichten op verschillende momenten, de impact van het afweergeschut en de bommen die los worden gelaten boven Berlijn. Volgens hem was dit ‘the most beautifully horrible sight I’ve ever seen’. 

Een aantal uur nadat het vliegtuig veilig was geland werden de geluidsfragmenten uitgezonden op de radio. Luisteraars kregen een uniek inzicht in de oorlog en de gevaren die het met zich meebracht. In 2018 bracht de BBC een Virtual Reality (VR) weergave uit van dit bombardement1, dat nog een extra dimensie toevoegde aan de al meeslepende opname.  

BBC-journalist Wynford Vaughan-Thomas

VR: Een opkomend medium 
Virtual Reality heeft ten tijde van corona flink gewonnen aan populariteit. Marktonderzoeker CCS Insight stelt dat in Groot-Brittannië in 2021 70% van de gebruikers hun VR-bril gekocht heeft gedurende de COVID-periode.2  In Nederland zien we een vergelijkbare trend, ook hier nam de vraag naar een VR-bril toe in coronatijd.3 Toch zijn VR-ervaringen geen nieuw verschijnsel. In de museale sector wordt er al geruime tijd gewerkt met VR, al heeft dit in coronatijd een extra vlucht genomen. Deze culturele instellingen gebruiken VR om mensen op afstand hun museum te laten bezoeken of om ter plekke meer diepgang te bieden aan de bezoeker.  

Het maken van een hoogwaardige VR-ervaring is nu nog altijd zeer kostbaar. Het zijn daarom voornamelijk grote publieke instellingen en commerciële gamestudio’s die het budget hebben voor VR-producties. Een groot deel van het VR-aanbod bestaat dan ook uit games met een entertainment, in plaats van een educatief, doel. Dit betekent dat een relatief kleine groep organisaties en bedrijven bepalen waar VR-ervaringen van gemaakt worden en waarvan niet. Dit maakt VR-content anders dan online video, aangezien de meerderheid van de videocontent op platformen als Youtube en Tiktok gemaakt wordt door individuen en niet door bedrijven. 

VR onderscheidt zich ten opzichte van films omdat er sprake is van immersie. In plaats van naar een scherm te kijken ben je ondergedompeld in een virtuele wereld en kan je interactie hebben met de omgeving en objecten om je heen. Afgelegen plekken of ontwikkelingen uit het verleden komen op deze manier binnen handbereik. Uit onderzoek blijkt dat de interactie met het verleden, onder andere door VR, er voor zorgt dat er een meer blijvende indruk van het geleerde ontstaat.4 

Ook onderscheidt VR zich omdat je als gebruiker meer autonomie hebt dan bij films. Bij film ligt het script al vast. In VR kunnen gebruikers beslissen waar ze naartoe willen gaan en wat ze willen doen, waardoor de ervaring persoonlijker en actiever wordt. Uiteraard heeft dit ook weer beperkingen, je beweegt je enkel in de ontwikkelde omgeving door de maker. Overlap tussen beide media zie je in 360-graden video’s, die ook in VR te bekijken zijn. In dit artikel rekenen we 360-graden foto’s en video’s niet tot een volledige VR-ervaring, juist door het gebrek van autonomie van de gebruiker. Maar in het onderwijs kunnen ook 360-graden foto en video ingezet worden om de leerling historische locaties te laten beleven. 

Meerwaarde VR 
Deze persoonlijkere en actievere ervaring geeft ook direct aan waar de meerwaarde van digitale leercontexten, zoals VR, zit voor het onderwijs. De toegevoegde waarde zit in de contextualisering en beleving van het verleden.  

Volgens Sam Wineburg is contextualiseren het vermogen om historische feiten en gebeurtenissen te begrijpen in relatie tot de bredere historische en culturele omgeving waarin ze zich voordeden.5 Van Boxtel en Van Drie geven aan dat bij het contextualiseren de geografische, politieke, historische en culturele context van een gebeurtenis in beeld wordt gebracht.6 Contextualiseren is cruciaal om historisch te redeneren, wat VR een handig middel maakt ter ondersteuning.  

Door het gebruik van een VR-bril sluit je je af van je omgeving en gaat het contextualiseren natuurlijker. Je waant jezelf in een andere wereld die je letterlijk binnen kan wandelen. Onderzoek wijst uit dat door het gebruik van een 360 graden video, een basale vorm van VR, gebruikers zich persoonlijker betrokken voelen en dat het hun gevoelens, zoals vreugde, enthousiasme of angst, versterkt.7 Door deze historische beleving word je onderdeel van het verleden en is de inleving meer vanzelfsprekend.8 Ook speelt taal geen rol meer om te contextualiseren, waardoor er voor leerlingen een beperkende factor wegvalt. 

In het promotieonderzoek van Tim Huijgen worden vier ontwerpprincipes geformuleerd die leraren kunnen helpen bij het ontwikkelen van materiaal dat contextualiseren bevordert. De vier principes zijn als volgt: 1. Maak leerlingen bewust van presentisme, 2. leer leerlingen hoe zij een historische context kunnen creëren, 3. stimuleer historische inleving en 4. laat leerlingen contextualiseren met als doel het verklaren en interpreteren van gebeurtenissen.9 De inzet van een VR-ervaring, met daarbij het gebruik van onderstaand model, dekt drie van de vier principes. Immers, VR stimuleert de historische inleving, helpt leerlingen vragen te stellen bij het verleden (zie vragen kader) en maakt leerlingen daarmee bewust van mogelijke presentismes in de VR-ervaring. Voor docenten zou VR, met onderstaand model, dus uitermate geschikt zijn om leerlingen te laten contextualiseren.  

Het is hierbij wel van belang om, net als bij een andere bronnen, jezelf af te vragen welk perspectief op het verleden wordt weergegeven in de VR-ervaring. Hebben de makers bijbedoelingen gehad of hebben ze (on)bewust zaken genegeerd? Een kritische blik is strikt noodzakelijk. 

Hoe gebruik ik VR in de klas? 
Ondanks de groei van Virtual Reality in de afgelopen periode, is het medium in de klas nog onontgonnen gebied. Zonde, want dit middel kan een nuttige digitale leercontext bieden voor docenten.  

Hieronder een blauwdruk van hoe VR ingezet kan worden in de geschiedenisles. De VR-ervaring wordt ondergaan in drie fases. De belevingsfase en contextfase zijn zeer toegankelijk, waardoor ze zowel door het PO als het VO gebruikt kunnen worden. De perspectieffase is in onze optiek geschikt voor bovenbouwleerlingen van het VO. Onder de beschrijving van de fases hebben we een casus uitgewerkt waarin de fases aan bod komen.  

1. Belevingsfase 
In deze fase gaat het om de persoonlijke beleving van de VR-ervaring. Leerlingen doen de VR-bril op en kijken naar hetgeen wordt afgespeeld. Hierbij worden translatievragen10 (zie kader) gesteld. Vragen die gesteld kunnen worden, zijn: Wat zie ik? Wat hoor ik? Wat voel ik? Wat denk ik? Deze vragen worden gesteld zodat leerlingen verwoorden wat ze ervaren hebben. Ook kan je de doelgroep vragen om het getoonde in eigen woorden te laten omschrijven.  

Omdat iedereen de VR-ervaring anders beleeft, zullen de antwoorden hier uiteenlopen. Daarom is het belangrijk om nog niet direct de VR-beleving te plaatsen binnen de historische context, omdat dit voorbij gaat aan de eigen zintuiglijke waarneming. De historische context komt in fase 2 aan bod. 

2. Interpretatie- en contextfase
In deze fase wordt de beleving ‘geladen’ met historische context en moeten de leerlingen hun bevindingen binnen deze context gaan plaatsen. Leerlingen analyseren bronmateriaal over het thema en krijgen zo een weergave van de gebeurtenis/ontwikkeling binnen de historische context. Dit doen ze door middel van het beantwoorden van interpretatievragen 11. Bij elk antwoord op een translatievraag in fase 1, als bij de historische bronnen in fase 2, kan een interpretatievraag gesteld worden. (zie kader) Wat betekent dit denk je, en waarom denk je dat? Door de interpretatievragen te beantwoorden zetten de leerlingen een stap verder in het begrijpen van de gebeurtenis binnen de historische context.  

Deze fase biedt veel opties om te differentiëren met bronmateriaal. Je kan er als docent voor kiezen om deze bronnen aan te leveren (onderbouw klas 1 en 2), of om leerlingen zelf op zoek te laten gaan (bovenbouw). Ook kan je de bronnen gefaseerd aan leerlingen geven, zodat ze telkens een brokje informatie extra krijgen. 

Het lesmoment is leidend in hoe deze fase vormgegeven wordt. Immers, wanneer je de VR-ervaring gebruikt als introductie van de les, dan krijg je andere antwoorden dan wanneer je het gebruikt ter afsluiting. Dan kunnen leerlingen veel meer diepgang aanbrengen in deze fase van inleving in de context. 

3. Perspectieffase 
In deze laatste, meest complexe, fase verschuift de focus langzaam van inhoud naar de vorm. Vanuit welk perspectief is de VR-ervaring weergegeven? Wie heeft de VR-ervaring gemaakt? Welk doel had die persoon/instelling? Hoe komt dat doel tot uiting? Hoe was de ontvangst van de VR-ervaring? Door antwoorden op deze vragen krijgen de leerlingen meer inzicht in de achtergrond en perspectief van de makers. 

Op basis van deze fase kan men ook aan de slag gaan met de begrippen betrouwbaarheid en representativiteit. Uitspraken doen over deze vaardigheden is immers in alle examenprogramma’s in het VO een vereiste. In de praktijk blijkt dat leerlingen dit erg lastig vinden, omdat er veel kennis nodig is van de historische context om uitspraken te doen over het verleden en het bronmateriaal. Door VR in zetten is er een beleving van een perspectief, in plaats van een perspectief dat verwoord is op papier.  

Ook is het interessant om leerlingen te bevragen op hun beleving, en deze te plaatsen in de historische context. Hoe past jouw beleving in die historische context? Is deze gelijk of is er sprake van een verschil? Hadden de mensen in die periode een vergelijkbare ervaring? 

Deze fase heeft dus een open einde. De docent kan het gesprek in deze fase sturen naar de doelen die diegene heeft.  

Toepassing fases op Berlin Blitz 
Deze drie fases kan je toepassen op elke geconstrueerde (VR-)ervaring. Wanneer je de fases toepast op Berlin Blitz VR, dan biedt dit een structuur voor de ervaring van de leerlingen. Omdat deze VR-ervaring in het Engels is, en we fase 3 ook willen bespreken, is dit een casus gericht op de bovenbouw van het VO. 

In de belevingsfase (fase 1) wil je leerlingen laten verwoorden wat Berlin Blitz bij ze opriep. Wat vonden ze ervan om in de bommenwerper te zitten, was het veel herrie? Wat hebben ze gezien? Hoe zag het vliegtuig eruit? De antwoorden moeten komen vanuit de leerlingen, maar je kan als docent wel doorvragen waarom ze het zo beleefd hebben.  

In de interpretatie- en contextfase (fase 2) lever je als docent complementair bronmateriaal dat past bij het onderwerp van de VR-ervaring en het niveau van de leerlingen. Bij Berlin Blitz bestaat het aanvullende bronmateriaal uit een algemene bron over de bombardementen op burgerdoelen tijdens WOII, kaartmateriaal over de bombardementen op Berlijn en interviews met ooggetuigen. Met dit toegevoegde bronmateriaal worden de leerlingen bevraagd om hun eigen ervaring binnen de historische context te plaatsen. Ook worden ze gevraagd om iets uit te zoomen en overeenkomsten en verschillen tussen het bronmateriaal en de VR-ervaring te benoemen.  

Mobiele recorder die gebruikt werd bij
audio-opname in de bommenwerper

In de perspectieffase (fase 3) laat je leerlingen reflecteren op het perspectief van waaruit de makers Berlin Blitz gemaakt hebben. Een VR-ervaring geeft je per definitie een ‘first-person view’ van de geschiedenis. Dus hoe bepaalt de keuze voor de historische audio van de radioverslaggever de beleving? Hoe anders zou de ervaring zijn als je van hetzelfde bombardement een VR-ervaring maakt vanuit de ogen van de inwoners van Berlijn, in plaats van aan boord van een Britse bommenwerper? Zou een Duitse omroep eenzelfde VR-beleving kunnen maken waarin je in een Duitse bommenwerper Londen bombardeert, of zou dat ongepast zijn? 

Maar perspectief ligt niet alleen in de keuzes die de makers maken bij het construeren van een VR-ervaring. Perspectief is ook belangrijk bij de achtergrond, overtuigingen en ervaringen van de persoon die de VR-beleving ervaart. Dat die ervaringen sterk van elkaar kunnen verschillen bewijst ook Berlin Blitz zelf. Tweeënnegentig procent van de recensies van deze VR-ervaring zijn positief.12   Wanneer je de Engelstalige recensies bekijkt dan vind je maar weinig kritiek. Je leest over een gebruiker die salueerde voor de Britse piloten. Een andere gebruiker schrijft over de ervaring: ‘Ook al ben ik wat teleurgesteld door het gebrek aan opties, het is toch een prettige ervaring om het bombarderen van Berlijn te aanschouwen.’. Bekijk je echter ook de Duitstalige commentaren dan lees je: ‘Ik moest het “spel” vroegtijdig stoppen omdat ik deze aanblik niet meer kon verdragen! (…) Stel je eens voor, je zit in dat vliegtuig, je trekt aan een hendel of drukt op een knop en na een paar seconden heb je duizend mensenlevens op je geweten.’ Zij hadden allemaal de ervaring ooggetuige te zijn van hetzelfde moment in het verleden, maar hun beleving lag mijlenver uit elkaar. 

Elke dag ben je als docent bezig om je leerlingen te laten contextualiseren en je les aantrekkelijk te maken. Met de inzet van VR heb je er als docent een optie bij. Het laat je letterlijk met een andere bril naar het verleden kijken. 

Pieter Mannak (lerarenopleider geschiedenis bij de Hogeschool Utrecht)
Pim Renou (informatiespecialist educatie bij de bibliotheek van de Hogeschool Utrecht)

Voorbeeldvragen bij verschillende fases

Door:
Pim Renou (informatiespecialist educatie bij de HU-bibliotheek)
Pieter Mannak (lerarenopleider geschiedenis bij de HU)

Voorbeelden van historische VR-ervaringen

Er zijn meerdere type VR-brillen op de markt. Hieronder een overzicht van een aantal interessante historische VR-ervaringen en op welke bril je ze kan bekijken.

1943 – Berlin Blitz (Steam/HTC)
Versailles VR (Steam/HTC) 
Nefertari’s graftombe (Steam/HTC) 
The Dawn of Art – grotschilderingen (Steam/HTC) 
Mona Lisa: Beyond the Glass (Steam/HTC)
Het Anne Frank huis in VR (Oculus) 
Meeting Rembrandt (Oculus)  
Youtube VR – 360-graden video (Telefoon/Desktop/Oculus) 

 

1 BBC (z.d.). 1943 Berlin Blitz in 360˚. bbc.co.uk. Geraadpleegd op 18 april 2023, van https://www.bbc.com/historyofthebbc/100-voices/ww2/360berlin/  
2 Adams, S. (z.d.). Virtual reality gets a boost during the pandamic. ccsinsight.com. Geraadpleegd op 18 april 2023, van https://www.ccsinsight.com/company-news/virtual-reality-gets-a-boost-during-the-pandemic/ 
3 Jansma, J. & Van der Duin, K. (2020, 14 november). Breekt virtual reality dan nu écht door? nos.nl. Geraadpleegd op 18 april 2023, van https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2356567-breekt-virtual-reality-dan-nu-echt-door/  
4 Yildirim, G., Elban, M., & Yildirim, S. (2018). Analysis of use of virtual reality technologies in history education: A case study. Asian Journal of Education and Training, 4(2), 68. 
5 Wineburg, S. S. (2001). Historical thinking and other unnatural acts: Charting the future of teaching the past. Temple University Press.  
6 Van Boxtel, C., & Van Drie, J. (2013). Historical reasoning in the classroom. Teaching History, 150, 44-52. 
7 Filter, E., Eckes, A., Fiebelkorn, F., & Büssing, A. G. (2020). Virtual reality nature experiences involving wolves on YouTube: Presence, emotions, and attitudes in immersive and nonimmersive settings. Sustainability, 12(9), 3823.  
8 Yildirim, G., Elban, M., & Yildirim, S. (2018). Analysis of use of virtual reality technologies in history education: A case study. Asian Journal of Education and Training, 4(2), 68.  
9 Huijgen, T. (2018). Balancing between the present and the past: Promoting students’ ability to perform historical contextualization. [Thesis fully internal (DIV), University of Groningen]. University of Groningen. 
10 Wilschut, A., Straaten, T. van, & Van Riessen, M. (2013). Geschiedenisdidactiek : handboek voor de vakdocent (2e, herz. dr). Coutinho, 128-129. 
11 Wilschut, A., Straaten, T. van, & Van Riessen, M. (2013). Geschiedenisdidactiek : handboek voor de vakdocent (2e, herz. dr). Coutinho, 128-129. 
12 BBC (2018, 4 oktober). 1943 Berlin Blitz. steampowered.com. Geraadpleegd op 18 april 2023, van https://store.steampowered.com/app/513490/1943_Berlin_Blitz/ 

Literatuurlijst

Adams, S. (z.d.). Virtual reality gets a boost during the pandamic. ccsinsight.com. Geraadpleegd op 18 april 2023, van https://www.ccsinsight.com/company-news/virtual-reality-gets-a-boost-during-the-pandemic/   

BBC (2018, 4 oktober). 1943 Berlin Blitz. steampowered.com. Geraadpleegd op 18 april 2023, van  

https://store.steampowered.com/app/513490/1943_Berlin_Blitz/ 

BBC (z.d.). 1943 Berlin Blitz in 360˚. bbc.co.uk. Geraadpleegd op 18 april 2023, van https://www.bbc.com/historyofthebbc/100-voices/ww2/360berlin/  

Filter, E., Eckes, A., Fiebelkorn, F., & Büssing, A. G. (2020). Virtual reality nature experiences involving wolves on YouTube: Presence, emotions, and attitudes in immersive and nonimmersive settings. Sustainability, 12(9), 3823.  

Huijgen, T. (2018). Balancing between the present and the past: Promoting students’ ability to perform historical contextualization. [Thesis fully internal (DIV), University of Groningen]. University of Groningen. 

Jansma, J. & Van der Duin, K. (2020, 14 november). Breekt virtual reality dan nu écht door? nos.nl. Geraadpleegd op 18 april 2023, van https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2356567-breekt-virtual-reality-dan-nu-echt-door/  

Yildirim, G., Elban, M., & Yildirim, S. (2018). Analysis of use of virtual reality technologies in history education: A case study. Asian Journal of Education and Training, 4(2), 62-69. Geraadpleegd op 18 april 2023, van https://files.eric.ed.gov/fulltext/EJ1170733.pdf 

Van Boxtel, C., & Van Drie, J. (2013). Historical reasoning in the classroom. Teaching History, 150, 44-52. 

Wilschut, A., Straaten, T. van, & Van Riessen, M. (2013). Geschiedenisdidactiek : handboek voor de vakdocent (2e, herz. dr). Coutinho.  

Wineburg, S. S. (2001). Historical thinking and other unnatural acts: Charting the future of teaching the past. Temple University Press.  

Advertentie