Ik moet morgen weg…

Uit een dagboek van een Joodse vrouw uit Westerbork (1943):

” ’s Middags loop ik nog een keer door mijn ziekenbarak, van bed naar bed. Welke bedden zouden er morgen leeg zijn? Een jong meisje roept me. Ze zit kaarsrecht overeind in haar bed met wijd opengesperde ogen. Zij heeft dunne polsen en een smal gezichtje. ‘Heb je het gehoord, ik moet morgen weg’, fluistert ze.”

Advertentie