Egyptische mummiekisten zijn vaak beschilderd met teksten en afbeeldingen uit het zogenaamde Dodenboek, een verzameling toverspreuken voor gebruik in het hiernamaals. Hier is afgebeeld een van de horizontale scènes aan de voorkant van de buitenkist van Petisis, een beambte werkzaam aan de Amontempel van karnak.
Deze Griekse papyrus is gevonden in een archief in Sakkara en bevat een historische vertelling over de laatste inheemse farao van Egypte, Nektanebo II (360-343 v. Chr.). Het literaire verhaal vertelt over een droom van deze koning, enkele dagen voorafgaand aan de Perzische inval die een einde maakte aan zijn bewind.
Rond 1820 werd in Sakkara een archief van zo’n honderd boekrollen teruggevonden. Deze papyri zijn tegenwoordig verspreid over een groot aantal musea. Het RMO bevat naast een historische vertelling over Nektanebo II ook een schrijfoefening uit dit archief.
Dit bronzen godenbeeldje toont een god met het lichaam van een man, de kop van een ram en de staart en vleugels van een valk. Bovenop de uitgestrekte armen, waaraan zich de vleugels bevinden, staan twee pantheïstische dieren.
Rond de oase de Fayoem zijn vele mummies gevonden waarop geschilderde portretten waren bevestigd. Deze Fayoemportretten zijn geschilderd op houten plankjes door middel van pigment en hete was (encaustiek) of in de tempera-techniek.
Tjel is burgemeester van Memphis ten tijde van farao Amenhotep III. Zijn vrouw Ipay is ‘zangeres van Amon en voedster van de koning’. Hun mummievormige grafbeelden duiden op hun verheven status in het dodenrijk.